Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En de inwoners der ene [stad] zullen gaan tot [de inwoners] der andere, zeggende: [41]Laat ons vlijtig henengaan, om te smeken het aangezicht des HEEREN, en om den HEERE der heirscharen te zoeken; [42]ik zal ook henengaan. 41. Anders: laat ons gaan, laat ons gaan. Hebr. laat ons gaande gaan. 42. Aldus zal de een tot den ander spreken. Anders, laat mij ook heengaan.